Station:

Hupperath

Het dorp Hupperath, ontstaan op een door boskap ontstane plek, werd in 1173 als ‘Humbrecterod’ voor het eerst vermeld in een document. De 50e breedtegraad loopt precies door het huidige dorpscentrum (gebouw van de lagere school).

Eenmaal per jaar werd het ‘Jahrgeding’ gehouden. Alle burgers waren verplicht aanwezig te zijn. Wie die niet kwam opdagen, kreeg een boete. Alle grieven, misstappen en onregelmatigheden die burgers in het afgelopen jaar hadden begaan, werden daarbij aan de kaak gesteld, besproken en navenant bestraft. Paadjes, wegen en omheiningen werden geïnspecteerd en moesten in orde worden gebracht, schoorstenen werden vier keer per jaar geïnspecteerd op brandgevaar. Alles moest in orde zijn. 

Er zijn bewijzen dat Hupperath sinds 1225 behoorde tot het klooster van St. Paulin in Trier. In 1349 werd de kerkgemeenschap als filiaal toegewezen aan de parochie Großlittgen. In 1803, onder Napoleontisch bewind, werden Minderlittgen en Hupperath definitief weer gescheiden van Großlittgen. Hupperath werd een parochie, Minderlittgen een filiaal. De huidige kerk (49° 59′ 48 ˝ N / 6° 50′ 01˝ E) is een vijfbeukig zaalgebouw met een driezijdig koor en een dakruiter. Ze werd gebouwd in 1786 (classicistische stijl: 1770-1840). In 1856 werd de kerk met twee assen uitgebreid. In 1863 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe pastorie.

De patroonheilige van de kerk – Sint Hubertus – was aanvankelijk geen heilige. Hubertus ging op Goede Vrijdag jagen, zag een hert en richtte zijn kruisboog op het dier. Plotseling bleef het dier stilstaan, draaide zich om en een lichtend kruis verscheen tussen zijn gewei. “Hubertus, ik verlos u, en toch vervolgt gij mij!” klonk een stem. Daarop gooide Hubertus zijn wapen weg, brak met zijn vroegere leven en werd een heilige. Tegenwoordig is hij de patroonheilige van de jagers.

In tijden van persoonlijke nood sturen familieleden volwassenen en kinderen naar de zeven kruisen van Hupperath om daar te bidden. Ten zuiden van de kerk op het kerkhof staat een kerkhofkruis in de vorm van een barokke kruisigingsbidzuil, gebouwd in 1719. In plaats van de oorspronkelijke kruisigingsgroep staat thans een neogotisch kruisbeeld.

Het is opmerkelijk dat alle zeven kruisen in Hupperath nog steeds voorhanden zijn. Zes kruisen zijn al gerestaureerd. Het zevende kruis zal worden herbouwd van hout, zoals oorspronkelijk, en waarschijnlijk in de zomer van 2021 opnieuw worden neergezet op dezelfde plaats aan de ‘Wiesendamm’.

Een legende uit Hupperath verhaalt van de Bruderheide, die zich tussen Bergweiler en Hupperath in een stuk bos bevindt (750 m ten zuidoosten van de kerk). Men vertelt het volgende over hoe de plek aan zijn naam komt: ooit woonden daar twee broers alleen, de ene een christen, de andere een heiden. Om een onbekende reden kregen zij eens zo’n ruzie dat de heiden zijn broer doodde. Sindsdien vermeed hij de mensen nog meer dan voorheen en bouwde holen en terpen om veilig voor hen te zijn. Deze terpen zijn vandaag de dag nog te zien. Historisch gezien kan de naam ook zo geïnterpreteerd worden dat dit heidegebied in vroegere tijden tot een klooster behoorde. De kloosterlingen worden broeders genoemd. 

Informatie over de tekst: Kroniek Hupperath, kroniek van de gemeente Wittlich-Land

Skulptur der Maria Magdalena mit dem gekreuzigten Jesus Christus im Inneren der Kirche

Barocker Kreuzigungsbildstock mit neugotischem Kruzifix auf dem Kirchen-Friedhof

Quellen:

  • Gemeinde Hupperath (1973): Hupperath 800 Jahre, Chronik zur 800-Jahrfeier.
  • Lieser, P. (2009): Eine Dorf im Wandel der Zeit, PDF unter hupperath.de
  • Pfarrei Hupperath (S. 1167ff) in Hesse, G. & Wiseniewski, A. (1990): Wittlich-Land – Geschichte einer Verbandsgemeinde zwischen Vulkaneifel und Mosel, VG-Chronik.

Bewust zijn – zien, leren en verwonderen 

De kerk van de natuur Het bos is als een kerk, dus ga er aandachtig binnen. Daar zingen vogels vrome liederen, met je God ben je alleen. Je vindt er kathedralen, grote zalen, maar ook grote en kleine kapellen. Binnen nodigen met mos bedekte bankjes je vriendelijk uit tot stille devotie. Kijk om je heen, waar trots de woudreuzen staan. Je zult de almacht van je God in elke boom en struik zien! Je zult het lispelen van de bomen verstaan, de stemmen van de vogels alom! Er schuilt in het bos een diepe betovering, die het hart kracht geeft als je het moeilijk hebt. Dus als je een leed wilt vergeten, of ook een genade wilt begrijpen, trek dan het bos in, je zult altijd de juiste weg vinden! De poorten tot deze kathedraal in het luchtige groen staan altijd open, je kunt er wenen, bidden en hopen, en ook vergeten – treed gewoon binnen!

Tekst: Georg Graf zu Münster (1776 – 1844)